Stilte, optrekkende dampen, een verlaten stukje grond en een indringende geur van een uien-wortelmengsel. Het had het toneel kunnen zijn van een stukje land rondom Leiden op 3 oktober 1574.
Niets is minder waar. Het was de aanblik van de Residentie op 2 oktober jongstleden. Rond 19:00 was het met de rust gedaan. Met 50 gasten vierde de NVL het Leidens ontzet met de traditionele haring, wittebrood en huisgemaakte hutspot.
Dit jubileum, 450 jaar na dato, werd groots gevierd in Leiden waar Koning Willem-Alexander de traditionele rode sjaal in ontvangst nam.
Ook de NVL had dit keer groots uitgepakt met een residentie versierd met de traditionele kleuren in combinatie met een mini tentoonstelling over de geschiedenis van het ontzet en de toenmalige helden.
Na een hartelijke ontvangst van onze nieuwe ambassadeur Carin Lobbezoo en haar echtgenoot Jan de Boer, kreeg de ambassadeur een leuke herinneringsspeld uitgereikt.
De geur van hutspot werd vervangen door de zilte lucht van de verse haring die was doorregen met zoete wolkjes van korenwijn.
De tijd was aangebroken voor voor onze Vicevoorzitter Luc Vrouenraets, die zoals ieder jaar een mooie voordracht had uit de Leidsche Kroniek.
Ditmaal met het thema
de Geuzen Liederen.
Het Leidens Ontzet (1574) dus 450 jaar geleden en de Geuzenliederen.
In de jaren zeventig van de 16 e eeuw werd bijna overal in den Nederlanden, strijd geleverd met de Spaanse overheerser.
Amsterdam is in 1578 als laatste belangrijke stad in Holland overgegaan naar het kamp van Willem van Oranje; maar Antwerpen ging het ergste nog tegemoet.
De stad was vanaf het begin een van de belangrijkste verzetshaarden tegen de Spaanse en katholieke repressie geweest, maar in 1585 viel de Sinjorenstad.
Door een blokkade van de Schelde kwam de handel er bijna helemaal tot stilstand. Een groot deel van de bevolking vertrok naar veiliger oorden, in de meeste gevallen naar steden in Holland.
De felle strijd met de Spanjaarden ontwrichtte het culturele leven, maar leverde ook een nieuwe vorm van literatuur op: de strijdliederen, naderhand ook wel “Geuzenliederen” genoemd.
Vanaf het begin van de strijd tegen de Spanjaarden waren er dichters die de belangrijkste gebeurtenissen vastlegden in liederen, die ook daadwerkelijk veel gezongen werden. Ze hadden meestal het karakter van berijmde verslagen van actuele gebeurtenissen, met een sterk propagandistische inslag. Ze moesten het moreel versterken van de bevolking.
De veelal anonieme dichters slaagden er vaak in eenvoudige, aanstekelijke teksten te produceren op melodieën die al algemeen bekend waren.
Soldaten, kinderen en Herbergbezoekers zongen liedjes over de Slag bij Heiligerlee, de inname van Den Briel en HET LEIDENS ONTZET.
En uiteraard zongen ze ook het uitbundige “Slaet op den Trommel van dirridomdeyne , Vive le Geus is nu de leus“.
Dit lied, een van de vroegste geuzeliederen die zijn overgeleverd, werd geschreven door een afvallige pastoor uit De Lier, dieIn 1570 zou eindigen op de brandstapel. Het bekendste en meest gezongen geuzenlied was het “Wilhelmus, een loflied op aanvoerder Willem van Oranje.