HUISARTS
In deze rubriek spreekt de NVL met Nederlanders die in Luxemburg wonen en/of werken. Zij hebben vaak een bijzonder verhaal dat we graag met onze lezers willen delen. Als tweede in deze rubriek dokter Aldert ter Weer. We spreken hem in een van zijn laatste dagen in zijn praktijk voordat hij met pensioen gaat.
We hebben om half elf afgesproken. Vandaag houdt de dokter geen spreekuur. Morgen en overmorgen zijn de laatste dagen en dan sluit de praktijk voorgoed haar deuren. Na 31 jaar komt er een einde aan het werk van dokter Aldert ter Weer. Hij gaat genieten van een welverdiend pensioen.
Na een warm onthaal mogen we plaatsnemen in zijn spreekkamer. We passeren de kamer-en-suite-deuren met de okergele raampjes. Niets lijkt te zijn veranderd in die 31 jaar.
“Ik vond ze ideaal. Ik kon vanachter mijn bureau met een schuin oog precies in de gaten houden wie binnenkwam”.
“Ik kon precies in de gaten houden wie binnenkwam”
De stoelen staan zoals altijd voor zijn bureau klaar om een consult te beginnen. Ik vraag me af hoeveel mensen hier door de jaren heen hebben gezeten. Zelf ben ik hier meerdere keren geweest en het voelt alsof ik hier ben om mijn gezondheid te bespreken. Toch zijn we hier vandaag voor wat anders.
Ondertussen maakt de dokter een kopje koffie, waarbij mijn collega’s hem wat algemene vragen stellen. Een soort van warming-up voor wat komen gaat, denk ik maar. Als de dokter op zijn gemak is gaan zitten, begin ik met het afvuren van de vragen die ik heb voorbereid. Ter Weer zit, zoals wij hem kennen, achter zijn bureau half verscholen achter zijn grote computerscherm.
Aldert ter Weer is geboren in 1956 in een deel van de wereld wat ik niet verwachtte, namelijk Singapore. Pas op de leeftijd van 6 jaar mocht hij voet zetten op Nederlandse bodem. Na een aantal omzwervingen door Nederland, gaat ter Weer studeren in Leiden aan de faculteit geneeskunde. Als Leids Reünist is hij nog sterk verbonden aan de universiteit, wat blijkt uit zijn actieve rol in het organiseren van de Cleveringa-lezingen in Luxemburg. Iets wat hij de komende jaren nog met plezier hoopt te doen.
Aansluitend aan zijn studie begint ter Weer in 1991 als huisarts in Purmerend. Een behoorlijke afstand vanuit zijn toenmalige woonplaats Alphen aan den Rijn. Toch geeft de dokter aan dat de afstand en de files allemaal wel meevielen. Per slot van rekening reed hij tegen de stroom van het verkeer in.
Verkeerde Amsterdammers gingen naar Purmerend
In die tijd kreeg Purmerend veel inwoners van buitenaf en er was grote behoefte aan huisartsen, gaat hij verder. Men zei gekscherend weleens dat alle verkeerde Amsterdammers naar Purmerend verhuisden. Dat was natuurlijk niet zo; veel mensen van de stad trokken toen naar het meer landelijke gebied. Maar het gaf aan dat Purmerend groeide.
Op de vraag wat hem uiteindelijk naar Luxemburg bracht, komt er een glimlach op zijn ranke gezicht. Zijn toenmalige vriendin, met wie hij samenwoonde in Alphen aan den Rijn, was opgegroeid in Luxemburg. Samen bedachten ze het plan om zich als eerste Nederlandse huisarts in het Groothertogdom te vestigen. Dus schreef ik een brief aan het ministerie om mij als arts te vestigen in Luxemburg, vertelt ter Weer. Hij verwachtte veel meer hobbels en bezwaren, maar tot zijn eigen verbazing bleken die er juist niet te zijn. Zodoende is de praktijk 31 jaar geleden snel van start gegaan. Op dezelfde plek als waar wij nu zitten. In een ontspannen sfeer met een kopje koffie.
Terugdenkend aan die tijd meldt hij ons dat het hem opviel hoe weinig artsen de Engelse taal machtig waren. “Dat is nu wel anders, hoor!” Bijna iedere arts spreekt nu Engels, vaak in combinatie met andere talen dan het Luxemburgs. Zelf spreekt hij vijf talen. Naast het Nederlands en Engels is dat Duits, Frans en natuurlijk Luxemburgs. Die laatste heeft hij geleerd uit kranten en met het volgen van het nieuws op televisie.
We zijn benieuwd hoe ter Weer bij de start van zijn praktijk aan patiënten kwam. “Ik heb gewoon een bordje in de tuin gezet. De eerste patiënten waren de mensen uit de buurt, al snel gevolgd door de ambtenaren van de Europese instellingen die hier vlak achter liggen.
´DR.´ op het bordje mocht niet
Daar zit wel een grappig verhaal aan vast. Voor mijn naam had ik namelijk DR. geplaatst, maar daar kreeg ik op een gegeven moment toch problemen mee. De titel DR. mag je namelijk alleen voeren als je gepromoveerd bent in Nederland en dat was niet het geval. Dus moest ik dat verwijderen. Ik heb het maar gewoon afgeplakt. Na een jaar was overigens het hele bordje opeens weg. Dus iemand hier in Luxemburg heeft nog mijn bordje ergens liggen”, aldus de dokter.
Als we ter Weer vragen of hij hoofdzakelijk Nederlandse patiënten heeft, wuift hij dat onmiddellijk weg. Volgens hem is slechts 20% Nederlander. De grootste groep is Engelstalig. Minstens 40% spreekt op het consult Engels met de dokter.
Antibiotica voor alles
Dan vragen we naar de verschillen tussen het werken in Nederland en Luxemburg.
“In het begin was het wel even wennen. In Nederland stuurden we toch hoofdzakelijk op het zo min mogelijk medicijnen voorschrijven. Als de situatie het toeliet, dan lieten we de mensen als het ware even wat paracetamol bij de drogist kopen. In Luxemburg werd daarentegen al heel snel medicatie voorgeschreven. Er werd heel veel antibiotica gegeven voor bijna alles. Dat is gelukkig wel heel sterk veranderd. De jonge lichting artsen is wat dat aangaat veel behoudender en dat juich ik alleen maar toe”.
Natuurlijk willen we weten of de arts zich iets leuks herinnert of een bijzonder moment. Na enige aarzeling begint hij zijn verhaal. “Op een gegeven moment, en rekening houdend met het tijdverschil, werd ik opgebeld uit Singapore. Blijkbaar had mijn familie daar mijn naam doorgegeven of iets dergelijks, maar het individu aan de andere kant van de lijn wilde hulp met zijn problemen. Als arts kun je op zo’n afstand natuurlijk niet veel doen, want je kunt geen medicijnen uitschrijven of een goed onderzoek doen. Je kunt de persoon slechts ondervragen en hem van advies voorzien. Het streelt wel je ego dat van zover vertrouwen in je wordt gesteld”. Ter Weer zijn gezicht straalt en de gedachte daaraan doet hem duidelijk goed.
Google als dokter
“En dan zijn er de mensen die in de praktijk komen, die hun symptomen op Google hebben opgezocht, ook gelijk maar de medicatie erbij gezocht en mij dan komen vertellen dat ik die even moet uitschrijven. Zo werkt het natuurlijk niet”.
We kijken samen met de arts naar zijn toekomst. Eind deze week gaat hij officieel met pensioen en we zijn benieuwd wat voor plannen hij heeft. Allereerst gaat hij binnenkort op een welverdiende vakantie met zijn dochter. Na een bezoek aan Singapore zullen ze Australië en Nieuw-Zeeland aandoen. In die laatste twee landen gaat hij de dochters van zijn broer bezoeken. Daarnaast geeft de dokter aan dat hij graag leest en dat een groot deel van zijn tijd aan lezen besteed gaat worden, afgewisseld met zijn vaste bridgeavonden. Een ander groot project dat op de rol staat, is de aanleg van een modelspoorbaan. “Daar moet wel eerst de garage voor aangepast worden, maar als je ziet wat je tegenwoordig aan technologie beschikbaar hebt, kijk ik er erg naar uit om dat op te gaan opzetten”.
We zijn benieuwd of ter Weer met de kennis van nu het avontuur opnieuw zou doen. Absoluut! Luxemburg is een heerlijk land en ook op het gebied van de gezondheidszorg heeft het grote stappen gemaakt en is het nog stappen aan het maken. Dat maakt alles bij elkaar een uitdagende omgeving.
Als we dan vragen of hij nog een advies heeft voor zijn oude patiënten, antwoordt hij met de woorden: “carpe diem. Zorg goed voor je gezondheid. En ook al voel je je gezond, laat je éénmaal per jaar even screenen. Preventie is nog altijd beter dan genezen en in Luxemburg is het mogelijk zonder al te lange wachtlijsten.
Luxemburg is zo slecht nog niet
Verder wil ik nog kwijt dat het helemaal niet zo verkeerd is om in Luxemburg te wonen. Het is er relatief veilig, er is gratis openbaar vervoer en de staat zorgt goed voor zijn burgers. Als ik naar de gezondheidszorg kijk, dan hebben we hier geen last van zorgverzekeraars. In Nederland is dat verschrikkelijk georganiseerd en heeft men met veel overbodige administratie te maken. Dat is hier niet. In de meeste gevallen waar acute zorg nodig is, kan dat vaak de volgende dag al geregeld zijn. Dus Luxemburg is zo slecht nog niet. En laten we daar een keer tevreden over zijn”.