ERELID NVL
In deze rubriek spreekt de NVL met Nederlanders die in Luxemburg wonen en/of werken. Zij hebben vaak een bijzonder verhaal dat we graag met onze lezers willen delen. De volgende persoon in deze rubriek is Ati van Dijk. We spreken haar in haar vertrouwde omgeving van de jeugdbibliotheek.
Vanuit de panoramalift in Pfaffenthal komt de pittoreske stadswijk steeds dichterbij. Het is koud en ik wil eigenlijk zo snel mogelijk naar binnen. Eenmaal uit de lift en een paar luttele minuten later sta ik voor de deur van de jeugdbibliotheek aan de Rue Vauban. Met een snelle blik door de ramen zie ik de dame die we vandaag gaan spreken.
Ati van Dijk, al 30 jaar voorzitter van de jeugdbibliotheek en erelid van de NVL. We hebben om twaalf uur afgesproken, maar ik ben iets te vroeg. Het geeft me de gelegenheid om even rustig rond te kijken voordat we met het gesprek zullen beginnen.
Ik moet eerlijk bekennen dat ik iets stoffigs, grauws en donkers verwachtte. Het tegendeel is echter waar. De bibliotheek straalt warmte uit en hoewel deze wellicht klein oogt, is er voldoende ruimte om eens lekker te snuffelen tussen al dat kostbaars. Op een van de hoekkasten ontwaar ik wat broodjes en een fles water met bijbehorende glazen. Deze versnaperingen zijn het bewijs dat we hier met een op-en-topgastvrouw te maken hebben.

Na een heerlijk kopje koffie plaatsen we Ati op een stoeltje tussen haar uitleenboeken. Zo komen straks de bijbehorende foto’s beter tot hun recht.
Ati van Dijk, geboren van den Bergh, zag het daglicht midden tussen de bollenvelden in het plaatsje Hillegom. Ze slijt een groot deel van haar jeugd aldaar voordat ze op 14-jarige leeftijd naar Haarlem verhuist.
De naam Ati heb ik in mijn leven nog nooit eerder gehoord en nieuwsgierig vraag ik of Ati ergens een afkorting van is.
“Ati is eigenlijk Aartje. Ik ben vernoemd naar mijn grootmoeder. Maar die vertelde mijn ouders dat zij het maar moesten veranderen in iets anders.”
“Ik ben vernoemd naar mijn grootmoeder”
Na haar schoolopleiding volgt Ati een opleiding bij Schoevers, een gerenommeerd instituut dat onder andere secretaresses opleidt. Op de leeftijd van 22 jaar solliciteert Ati voor een baan bij de Europese Commissie in Luxemburg. Ze wordt aangenomen en vertrekt met in het achterhoofd dat het voor slechts twee jaar zal zijn. Het loopt allemaal anders. Op kantoor ontmoet ze haar echtgenoot Theo. Ati bleef en woont nu nog steeds in Luxemburg.
Als Ati terugdenkt aan haar stap om naar Luxemburg te gaan, omschrijft ze het als avontuurlijk en eigenlijk wel ver weg. Mijn moeder vroeg me waar ik aan begon. Toen ik zei dat het Luxemburg was, was ze een stuk meer gerustgesteld. Per slot is dat redelijk dichtbij. “Er was niet erg veel. Luxemburg was redelijk gesloten en was lang niet zo internationaal als nu. We hebben het over de jaren zeventig en er was nauwelijks een cultureel leven. De NVL organiseerde een paar keer per jaar toneel en cabaret. Ik herinner me Youp van het Hek nog. Hij was toen nog niet zo beroemd, hoor!”
Als ik vraag of het nu makkelijker is dan vroeger om naar Luxemburg te komen, twijfelt Ati. “Natuurlijk is er veel veranderd en het is meer internationaal en divers. Maar succes ligt toch grotendeels aan jezelf. Werkgevers wijzen je wel de weg, maar de sleutel ligt toch wel in het feit dat je zelf actief dingen moet ontplooien.”
“Toen we het pand uit moesten, was het wel even schrikken”

We zijn nieuwsgierig naar het ontstaan van de jeugdbibliotheek. Een instelling die dateert uit 1978 en is opgericht door Nederlandse en Vlaamse ouders. Zij vonden het nodig om naast de school ook Nederlandstalige boeken voor kinderen beschikbaar te stellen. Ziedaar: de jeugdbibliotheek was geboren. Met een beperkt aantal boeken opgestapeld in een logeerkamertje bij een van de ouders is het allemaal begonnen.
“Later zijn ze naar de stad verhuisd in een pand vlak achter de kathedraal.” De jeugdbibliotheek zit inmiddels al 25 jaar in Pfaffenthal. Eerst in het pand hiernaast en nu inmiddels 18 jaar in dit pand, dat overigens door de gemeente ter beschikking wordt gesteld. “Toen de gemeente ons vertelde dat we uit het oude pand moesten, was het wel even schrikken. Maar gelukkig konden we een deur verder gewoon door.”
Als klassenmoeder op de Europese School komt Ati in aanraking met de bibliotheek en treedt in 1983 toe als uitleenvrijwilliger. Twaalf jaar later, in 1995, wordt ze voorzitter en nu, 30 jaar later, is ze nog steeds actief als de leider van dit prachtige instituut.
Met iemand al zo lang aan het roer ben ik benieuwd wat er zal gebeuren als ze ermee ophoudt. Het antwoord is geruststellend. “We zijn wel een beetje aan het vergrijzen maar gelukkig zijn er ook wel een paar jonge medewerkers. Ik zie vol vertrouwen naar de toekomst.”
De bibliotheek doet meer dan boeken uitlenen

De jeugdbibliotheek draait op vrijwilligerswerk. Bij toerbeurt is er iemand aanwezig om de uitleen te verzorgen. Sinds corona is de bibliotheek tweemaal per week open. “Soms zaten we hier de hele middag en kwam er niemand opdagen. Gedurende corona moesten we mensen op afspraak laten komen en dat is eigenlijk goed bevallen. Dus hanteren we dat systeem nu nog steeds. In principe zijn we de dinsdagmiddagen en zaterdagochtenden open op afspraak.”
Maar de bibliotheek doet meer. “Met regelmaat houden we voorleesochtenden. Dat is echt voor de allerkleinsten. Ze zitten dan op de grond rond de voorlezer. Heel leuk en gezellig. Je ziet de kinderen genieten. Meestal is er een thema (Kinderboekenweek, Sinterklaas, Prentenboek Top 10, vakantie) en dan lezen we stukjes uit boeken voor die dat thema raken.” Ati maakt gelijk van de gelegenheid gebruik om vrijwilligers die eens willen helpen met uitlenen te vragen even contact op te nemen.(mailto:nedjeugdbibliotheek@gmail.com)
Ik kijk nog eens om me heen en verbaas me over het aantal boeken. Dit had ik niet verwacht. “We hebben ongeveer 5000 boeken in verschillende leeftijdscategorieën. Dus er is echt voor ieder kind in elke leeftijd wel iets.” Op de vraag hoe ze aan de boeken komen, antwoordt Ati dat ze inkopen bij een boekhandel uit Zwolle. Als ik vraag of ze ook schenkingen aannemen van particulieren is het antwoord helder. “Daar zijn we wel kritisch in, hoor! We nemen echt niet alles zomaar in. Maar zit er iets tussen dat voldoet aan onze eisen, dan zeggen we geen nee.”
“We zijn wel kritisch, hoor!”

Natuurlijk moeten we het ook even over haar Erelidmaatschap van de NVL hebben. Uit de antwoorden die ik krijg, blijkt al snel dat Ati een echte duizendpoot is. Zo is zij betrokken geweest bij de Jeugd- en Filmmiddagen op de zaterdag. Of wat dacht u van de poppenkast voor de kinderen? “Ooit kwam er via de politie op de Europese School een poppentheater over verkeersveiligheid. Voor de Nederlandse versie werden mijn man en ik toen benaderd. Dat is onze start geweest. Later hebben we zelf geleerd om poppen te maken en volgden we een cursus bij een echte poppenspeler.” Overigens waren deze dingen geen activiteiten van de NVL. Uit het gesprek blijkt dat Ati zelfs niet in het bestuur of in een commissie heeft gezeten.
Haar veelzijdigheid blijkt ook uit het werk dat ze heeft gedaan en nog doet voor de Nederlandse Protestantse Gemeenschap (NPG).
Daar heeft ze de rol van secretaris bekleed. Met de eerste stroom vluchtelingen uit het Midden-Oosten raakte Ati vanuit de NPG betrokken bij het vluchtelingenwerk, onder meer het organiseren van conversatielessen voor vrouwen, kinderactiviteiten, kledinginzamelingen etc. Daarnaast helpt ze vluchtelingen bij hun contacten met overheidsinstanties. En of dit niet genoeg was, heeft ze ook nog de voorzittershamer bij de oudervereniging van de Europese School gehanteerd.
‘Met het kabinet van de koningin’

We vragen meestal naar een anekdote of iets bijzonders wat men heeft meegemaakt. Na enig nadenken herinnert ze zich dat vreemde moment. “Oh ja, daar was opeens dat telefoontje. Ik nam op en aan de andere kant van de telefoon sprak een stem: ‘Met het kabinet van de koningin.’ Natuurlijk dacht ik dat het een grap was. Maar het bleek toch echt waar te zijn. Het was in de tijd dat Beatrix nog koningin was en we werden uitgenodigd voor een staatsbanket. Theo had namelijk het eerste Luxemburgs-Nederlands woordenboekje gemaakt en dat werd als een speciale prestatie aangemerkt en daardoor werden we uitgenodigd. Ik vertelde ze dat ik er even over moest nadenken en dat ik wel terug zou bellen. Theo wilde eerst niet, maar zulke uitnodigingen krijg je maar eens in je leven. Dus ja, natuurlijk zijn we gegaan.”
Ik ben benieuwd wat Ati vindt van het feit dat kinderboeken zoals bv. van Roald Dahl worden herschreven. “Ik vind het niet nodig. Het was toen een andere tijd met andere normen en waarden. Maar dat wil niet zeggen dat we het moeten herschrijven.”
Publiciteit helpt

De jeugdbibliotheek is geen grote vereniging. Momenteel zijn er ongeveer 40 gezinnen lid. Hun contributie maakt het grootste deel van het budget uit. “Met meer leden hebben we ook meer te besteden. Dan kunnen we onze collectie beter onderhouden en mogelijk zelfs uitbreiden. Over de aandacht voor de jeugdbibliotheek is Ati positief. “We merken dat publiciteit zoals de NVL-nieuwsbrief wel degelijk helpt. Zeker gedurende en na covid was er weinig animo en we overwogen te stoppen. Gelukkig hebben we dat niet gedaan. We zijn gaan flyeren, krijgen meer aandacht hier en daar, en dat werkt. Zo is er bijvoorbeeld een lerares op de Europese school die onze informatie via haar collega’s doorgeeft aan alle ouders.
We sluiten het gesprek af. Ik ben onder de indruk van deze uiterst aardige en bescheiden vrouw. Een voorbeeld voor velen door niet bij de pakken neer te gaan zitten, maar actief aan de slag te gaan voor zichzelf en voor haar medeburgers. En ondanks dat ze nooit in de NVL een bestuursfunctie of iets dergelijks heeft gehad, is ze voor al haar verdiensten een Erelid, waar we als NVL met recht trots op zijn.
Tekst: Hans Rol