Noodwets-voorstel dubbele nationaliteit wordt volgende week aangenomen
Een grote meerderheid in de Tweede Kamer is er uit. Na een eerder fel debat met een veel becommentarieerde inbreng van het CDA viel in het vervolgdebat afgelopen dinsdag al snel op dat de angel er wel uit was: een meerderheid aan partijen gaat volgende week dinsdag gewoon vóór stemmen, ondanks dat de regering het er niet mee eens is.
Daarna kan het wetsvoorstel gelijk door naar de Eerste Kamer – wanneer het daar wordt aangenomen (en ook daar is een meerderheid), dan zal de regering geen “veto uitspreken” en het mede-ondertekenen, zodat de wet bekrachtigd wordt.
CDA liet verstek gaan
Het enige in het vervolgdebat dat opviel, was dat het CDA verstek liet gaan, waardoor we niet weten of ze inhoudelijk anders zijn gaan denken over dit wetsvoorstel of dubbele nationaliteit in het algemeen – maar volgende week zal wel duidelijk worden wat ze gaan stemmen.
Kortom, dit wetsvoorstel gaat het gewoon halen, dat is nu niet spannend meer. Daarmee stoppen we ook met de speciale “Brexit-nieuwsbrieven” van de afgelopen weken: er lopen veel andere zaken, en daarover vertellen we in de volgende nieuwsbrief graag meer.
SNBN blijft zich inzetten voor dubbele nationaliteit voor alle Nederlanders
De SNBN is enerzijds verheugd over dit wetsvoorstel aangezien het toch een vangnet biedt aan de Nederlanders in het VK (weliswaar onder allerlei voorwaarden), maar onderschrijft ook de mening van velen op onze website en social media die hier een bittere discriminatie-nasmaak aan overhouden. De SNBN zal zich blijven zetten voor een algehele regeling die dubbele nationaliteit voor álle Nederlanders in het buitenland mogelijk maakt.
Tot slot een dankwoord aan degenen binnen The3Million die zich al jarenlang hard maken voor de Nederlanders in het VK, met name Monique Hawkins, Hedwig Hegtermans en Nicole Wevers. The3Million laat desgevraagd als reactie op het vervolgdebat weten:
“Wij zijn enorm blij met de steun en het begrip voor de situatie waar wij Nederlanders in het VK zich bevinden. Dit wetsvoorstel als het wordt aangenomen zal een deel van de onzekerheid in het ergste geval, nl géén of slechte overeenkomst, wegnemen. Wij vinden het wel erg jammer dat de Britten in Nederland die in dezelfde Brexit-boot zitten erbuiten vallen. Daarnaast zijn er ook grote problemen met elke vorm van Brexit waarvoor de dubbele nationaliteit de enige oplossing is. Maar het debat gisteren gaf aan dat door alle partijen begrepen wordt dat burgers een kind van de rekening zijn in dit hele proces.
We hopen dat uiteindelijk door dit begrip het debat over dubbele nationaliteit voor álle Nederlanders doorgaat, en dat de Nederlandse politici nu beginnen te begrijpen wat voor moeilijkheden het kan veroorzaken door het niet toe te laten, niet alleen in het VK, maar de hele wereld over.”
Onze bestuursleden hebben geregeld contact met minimaal negen politieke partijen over problemen waar wij, Nederlanders buiten de landsgrenzen, tegen aan lopen. Zoals de problemen rondom ING bijvoorbeeld. Maar ook over de Brexit-noodwet, loonheffingskorting en stemmen vanuit het buitenland. Dit kost geen geld. Maar alle andere praktische zaken wél. Steun onze strijd voor jou, de Nederlanders in het buitenland.
Hieronder voor de fijnproevers nog enkele interessante uitspraken en zienswijzen die tijdens het debat naar voren kwamen. Het debat is hier terug te zien en hier terug te lezen.
Vervolgdebat, opmerkelijke en interessante uitspraken (29 oktober 2019), in volgorde van het debat:
Sjoerd Sjoerdsma, D66: (inleiding)
“De initiatiefnemers [D66, VVD, PvdA, GroenLinks, 50PLUS] verschillen van mening over de wenselijkheid van het hebben van dubbele nationaliteiten. (…)
Het is dus een uitzondering voor een heel specifieke, scherp afgebakende groep mensen. (…)
Nee, dit is niet een opmaat naar meer. Deze situatie is uniek. (…)
Het Duitse voorbeeld was dan ook een belangrijke inspiratiebron voor ons bij deze wet. Overigens volgden meer landen. Zo besloten zelfs het oerconservatieve Oostenrijk en Slowakije om de dubbele nationaliteit toe te staan in het geval van een no-dealbrexit. ”
Wij hebben gesteld dat de maatstaf voor voldoende of niet het uittredingsakkoord is zoals het destijds is gesloten door de voormalige premier van het Verenigd Koninkrijk, mevrouw May. Wat daarin is geregeld aan burgerrechten is de ondergrens voor wat voldoende waarborging is. Als het daar onder komt — die beoordeling zal te zijner tijd bij het kabinet liggen — dan zal deze wet gelden.”
Staatssecretaris Broekers-Knol: (toelichting, antwoord gevend op vragen die in het eerder debat zijn gesteld)
“Ik heb daarom begrip voor alle onrust en onzekerheid waartoe de brexit leidt onder onze landgenoten die in het Verenigd Koninkrijk wonen en werken. (…)
De onomkeerbare oplossing voor deze groep vindt de Raad van State in dat licht dan niet evenredig. Het kabinet onderschrijft die kritiek van de Raad van State, met alle begrip voor de Nederlanders in het Verenigd Koninkrijk die worden getroffen door de brexit. Het voorstel staat op gespannen voet met het gelijkheidsbeginsel. Dat is een belangrijk bezwaar dat het kabinet heeft. Bovendien is het nationaliteitsrecht niet het juiste instrument om een verblijfsrechtelijk vraagstuk op te lossen. (…)
We moeten de problematiek ook niet overschatten. Er wonen ongeveer 100.000 Nederlanders in
het Verenigd Koninkrijk. Een flink deel daarvan kan echter op grond van de huidige wetgeving al een dubbele nationaliteit verkrijgen, namelijk de Nederlanders die getrouwd zijn met een Brit of een Britse en de Nederlanders die in het Verenigd Koninkrijk zijn geboren.”
Salima Belhaj, D66: (vraag)
“Ik vind het bevreemdend dat de staatssecretaris zegt: wellicht is het voor tienduizenden Nederlanders eigenlijk een kwestie van pech. (…)
Als je besluit om empathisch te zijn om er vervolgens zelf geen invulling aan te geven, dan zeg je tegen mensen: u heeft pech gehad; ik ga niets voor u doen.”
Staatssecretaris Broekers-Knol:
“Nogmaals, ik heb inderdaad empathie voor die mensen. Maar tegelijkertijd is het de taak van het kabinet om in de gaten te houden voor wie we wet- en regelgeving maken. We maken wet- en regelgeving voor alle burgers, voor het algemeen belang. Dat betekent dat we ook het gelijkheidsbeginsel goed in de gaten moeten houden. Het gelijkheidsbeginsel is een ongelofelijk belangrijk beginsel. Er zijn heel veel meer Nederlanders die in den vreemde wonen en werken en die ook heel graag een dubbele nationaliteit zouden willen hebben, dus een andere nationaliteit met behoud van de Nederlandse nationaliteit. Die mogelijkheid biedt de Rijkswet op het Nederlanderschap niet. In dit geval zegt het kabinet dat het gelijkheidsbeginsel ook met zich meebrengt dat we voor alle Nederlanders wetgeving maken. Je kunt niet zomaar zeggen: die groep is misschien iets zieliger dan de andere en daar moeten we dan een afwijking in maken. Dit is de keuze die het kabinet maakt. Het gelijkheidsbeginsel is echt leidend in dezen. (…)
Het is niet onbelangrijk dat het initiatiefwetsvoorstel voor een hele specifieke groep Nederlanders een nieuwe uitzondering maakt op de hoofdregel van de huidige Rijkswet op het Nederlanderschap. Dat ligt in het verlengde van wat ik zojuist gezegd heb. Er komt een nieuwe uitzondering bij. De Rijkswet op het Nederlanderschap gaat uit van een enkelvoudige nationaliteit. Die enkelvoudige nationaliteit staat voor het kabinet niet ter discussie, ook niet in het regeerakkoord, waarin alleen een uitzondering wordt gemaakt voor immigranten en emigranten van de eerste generatie. (…)
Ik zal u zeggen dat de regering zich op het standpunt stelt dat het initiatiefwetsvoorstel geen evenredig middel is om de verblijfsrechtelijke problematiek van Nederlanders in het Verenigd Koninkrijk op te lossen en dat overigens de noodzaak ook niet is aangetoond. Dat betekent dat het kabinet het initiatiefwetsvoorstel ontraadt. (…)
Voorzitter. Ik zit staatsrechtelijk zo in elkaar dat als beide Kamers der Staten-Generaal een wet aannemen, dat ik dan vind dat ik dat contraseign inderdaad moet verlenen. Dan ga ik niet een of andere actie voeren om ergens aan te gaan hangen en te zeggen: dat gaan we niet doen, want dat zou ik heel extreem vinden. (…)
Nederland is ook nog steeds gebonden aan hoofdstuk 1 van het Verdrag betreffende beperking van gevallen van meervoudige nationaliteit en betreffende militaire verplichtingen in geval van meervoudige nationaliteit, het Verdrag van Straatsburg van 1963. Het kabinet is niet van plan om daarin verandering te brengen.”
Anne Mulder, VVD: (vraag)
“Ik zei het al in de eerste termijn van dit debat: we waren onlangs met de Tweede Kamer in Londen en hebben toen op de Nederlandse ambassade aldaar gesproken met medewerkers en de ambassadeur. Zij zeiden zelf dat het heel moeilijk was om vooral ook ouderen te bereiken.”
Staatssecretaris Broekers-Knol:
“Sinds de afloop van deze voorlichtingscampagne is op de gebruikelijke wijze sprake van overheidsvoorlichting, namelijk via Rijksoverheid.nl. Informatie over de Nederlandse nationaliteit is te vinden op die website. Daar kunnen bijvoorbeeld de volgende folders worden gedownload: “Kan ik mijn Nederlandse nationaliteit automatisch verliezen? En hoe voorkom ik dat?” en “Minderjarigen en verlies Nederlandse nationaliteit”. Daarnaast zijn ook de belangenorganisaties van Nederlanders in het buitenland actief met voorlichting.(…)
Dan had ik nog een vraag van mevrouw Van Toorenburg. Ook daar hebben we het al over gehad. Hoe beoordeelt u dit wetsvoorstel in het licht van het regeerakkoord dat ervan uitgaat dat Nederlanders in de toekomst nog maar over één nationaliteit kunnen beschikken? In het regeerakkoord is afgesproken dat twee maatregelen in samenhang zullen worden getroffen. Ik heb dit al gezegd. Eerstegeneratie-immigranten en -emigranten mogen over een meervoudige nationaliteit beschikken, maar de generaties daarna mogen nog slechts over één nationaliteit beschikken. Voor hen komt er een keuzemoment, maar die twee maatregelen moeten dus in samenhang in een wetsvoorstel worden behandeld. Dit initiatiefwetsvoorstel regelt voor een specifieke groep Nederlanders dat zij blijvend over een dubbele nationaliteit mogen beschikken, zonder onderscheid te maken tussen de eerstegeneratie-emigranten enerzijds en de volgende generaties anderzijds. Het wetsvoorstel past in dat opzicht dus niet binnen de afspraken uit het regeerakkoord.”
Renske Leijten, SP:
“Ik ga eerst even in op iets wat de staatssecretaris zei. Zij heeft het over de rechtsgelijkheid van mensen. Ze zegt zelf: er zijn 100.000 Nederlanders in het Verenigd Koninkrijk, en 50.000 daarvan hebben de dubbele nationaliteit. Daar ga je al met je rechtsgelijkheid. Het geldt voor 50.000 mensen wel en voor 50.000 mensen niet. Het gaat om mensen die daar wellicht al ontzettend lang wonen. Wij hebben veel mails en veel casuïstiek gekregen over indrukwekkende verhalen, bijvoorbeeld van mensen die gescheiden zijn in het verleden, maar wel hun kinderen daar hebben wonen en ook hun ouders hier hebben. Die zijn gewoon ontzettend onzeker. Ik vind dat overtuigend. Zij zeggen: “Als ik nou nog getrouwd was geweest met een Brit, dan had ik dat nog kunnen doen, maar dat is niet meer zo. Maar mijn kinderen en mijn kleinkinderen wonen hier wel, en misschien moet ik ook nog wel voor mijn bejaarde moeder gaan zorgen.” Dus weet u, ik vind het eigenlijk niet zo sterk. Ik vind het niet zo sterk.
Voorzitter. Laat ik het maar zeggen: ik weet dat de vertegenwoordiger van het CDA waarschijnlijk om persoonlijke redenen afwezig is, maar ik vind het wel jammer dat het CDA er vandaag niet is, want ik had graag gehoord hoe zij waren bekomen van de worsteling. Dat zullen we dan in de wandelgangen proberen te doen, maar het is ergens jammer dat we dat hier niet parlementair kunnen vastleggen. Ik zal mijn fractie adviseren om positief naar dit wetsvoorstel te kijken, maar niet dan nadat ik, ondanks de goede beantwoording, de volgende motie heb ingediend:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het wetsvoorstel beoogt een grote groep Nederlanders die in de knel dreigt te komen als gevolg van de brexit, die zij niet konden voorzien, coulance te bieden door een tijdelijke en voorwaardelijke uitzondering te creëren in de Rijkswet op het Nederlanderschap;
overwegende dat het wetsvoorstel absoluut niet bedoeld is om de werking van de Rijkswet in zijn algemeenheid onderuit te halen, ook niet als het gaat om de bepalingen die daarin zijn opgenomen over de dubbele nationaliteit;
spreekt uit dat deze tijdelijke en voorwaardelijke wet slechts tot doel heeft deze hoogst uitzonderlijke situatie het hoofd te bieden en op geen enkele wijze bedoeld is om een precedent te scheppen en ook niet zo mag worden uitgelegd,
en gaat over tot de orde van de dag.”
Sjoerd Sjoerdsma, D66: (afsluiting)
“Ik zou nog even kort willen ingaan op het gelijkheidsbeginsel. Ik proefde daarover net enige bezwaren. Ik hecht eraan te benadrukken dat de Raad van State dit beginsel niet noemt. Ik hecht er ook aan te benadrukken dat er in dit wetsvoorstel geen sprake is van de schending van het gelijkheidsbeginsel. (…)
Het argument dat andere Nederlanders in den vreemde dit ook zouden willen, snap ik. Ik heb online ook gezien dat andere Nederlanders dit ook graag zouden willen. Ik heb ook sympathie voor dat argument. Je ziet in de onlinepeiling onder Nederlanders in het buitenland ook terug dat het overgrote merendeel van hen, ondanks hun eigen wens voor een dubbele nationaliteit, goed ziet dat het hier een unieke situatie betreft. (…)
Voorzitter. Meerdere Kamerleden hebben, volgens mij terecht, opmerkingen gemaakt over het belang van goede voorlichting. Ik denk dat de heer Mulder dat terecht aanstipt. Hoewel veel mensen tegenwoordig op social media zitten en hoewel veel mensen actief dit soort debatten volgen, is het niet verstandig om ervan uit te gaan dat je daarmee alle Nederlanders in het Verenigd Koninkrijk bereikt. We hebben in het verleden reeds gezien dat gebrekkige overheidscommunicatie ertoe heeft geleid dat Nederlanders zeer negatieve gevolgen ondervonden hebben met betrekking tot hun nationaliteit. Die zijn hun nationaliteit gewoon kwijtgeraakt. Nou kan gesteld worden dat je die nationaliteit inmiddels terug kan krijgen. Daar is inderdaad een optieregeling voor. Maar daar moet ook bij vermeld worden dat de voorwaarde daarvoor is dat je weer een jaar in Nederland woont. Voor mensen die in het buitenland hun leven hebben opgebouwd, die daar wonen en werken, is dat een voorwaarde waar ze niet aan kunnen voldoen zonder hun hele leven op de schop te nemen. (…)
Het gelijkheidsbeginsel is ook nadrukkelijk door de Raad van State naar voren gebracht. Die heeft met zo veel woorden gezegd: het voorstel leidt ertoe dat een specifieke groep burgers definitief een dubbele nationaliteit kan verkrijgen waar dat anderen in beginsel niet is toegestaan; en dat is in strijd met het gelijkheidsbeginsel.”
Origineel artikel op website SNBN