Lang geleden, in het hart van Europa, waar dichte bossen de heuvels bedekten en de Alzette-rivier zachtjes stroomde, ligt een ongerept gebied. Graaf Siegfried hoort een vrouw zingen op een rots in de Alzettevallei. Hij wacht geen moment en doet haar onmiddellijk een aanzoek. Ze accepteert, maar wel op twee voorwaarden: dat ze nooit haar rots hoeft te verlaten en dat hij haar op zaterdag altijd alleen laat. Op de rots bouwt graaf Sigrid een kasteel: Lucilinburhuc.
Happy end? Niet echt: als hij op een zaterdag toch eens door het sleutelgat van haar badkamer gluurt, ontdekt hij dat haar voeten in een staart zijn veranderd. De mooie Melusina blijkt een zeemeermin en verdwijnt na haar ontdekking. Volgens de saga wacht ze nog altijd in de rivier Alzette tot iemand haar zal bevrijden. De stealthachtige 3D-print van Serge Ecker herinnert daaraan. Tot zover de saga.

We schrijven het jaar 963 als graaf Siegfried, een machtige edelman uit de Ardennen, zijn oog laat vallen op een strategische rotsformatie aan de oevers van die rivier. Hij ruilt deze plek met de abdij van Sankt Maximinus in Trier, en op deze rots bouwt hij een kleine burcht: Lucilinburhuc, wat “klein kasteel” betekent in het Latijn. Tot zover komen de verhalen aardig overeen. De rots waarover wordt gesproken, vinden we nog terug bij de Bock Kazematten. Het uitzicht is adembenemend en moet voor Siegfried en Melusina toen nog mooier zijn geweest.
De ligging van het kasteel is ideaal: het is een moeilijk te veroveren plek en uitstekend bereikbaar voor de handel. Min of meer gelegen op het kruispunt van grote noord-zuid- en oost-west-handelsroutes, groeit de burcht uit tot een steeds sterker wordend machtscentrum.
Door strategische huwelijken, oorlogen en politieke allianties verandert het kleine bolwerk in een gewild bezit voor Europese vorstenhuizen. De stad wordt in de loop der tijd versterkt met imposante muren en torens en een haast onneembaar fort. Volgens de Fransen was het na Gibraltar een van de sterkste vestigingen in Europa, waardoor het al snel de bijnaam “Gibraltar van het Noorden” opleverde. Haast onneembaar. Na een beleg van zeven maanden worden diezelfde Fransen de baas over de stad.

Lucilinburhuc (Luxemburg) kent vele overheersers. De Bourgondiërs, de Habsburgers, de Fransen en de Spanjaarden drukken hun stempel op de stad en bevolking, welke nog zijn terug te vinden in de taal, in de cultuur en vooral in de indrukwekkende fortificaties die nog steeds te bewonderen zijn.
Na de val van Napoleon in 1815 wordt Luxemburg een groothertogdom onder de bescherming van het Koninkrijk der Nederlanden. In een van de stadswandelingen of het paleisbezoek worden deze banden nauw verteld en beschreven. Pas in 1890 komt de eigen dynastie op de troon: het Huis Nassau-Weilburg.

De kleine burcht op een rots is uitgegroeid tot een onafhankelijke staat met een unieke cultuur en een meertalige bevolking. Vandaag de dag is Luxemburg een van de rijkste landen ter wereld, bekend om zijn financiële sector, internationale instellingen en hoge levenskwaliteit. Toch leeft de geest van Lucilinburhuc voort in de smalle straatjes van de oude stad. Wie achter het paleis door Rue de la Loge of Rue de L’Eau loopt, waant zich haast in de tijd van weleer. Dit met de verhalen, de ruïnes van het oorspronkelijke kasteel, en een trots volk, maakt dat ondanks zijn geringe grootte, Luxemburg steeds zijn plek weet te vinden in de grote geschiedenis van Europa.
Het verhaal van Lucilinburhuc is er een van strategie, overleving en groei. Wat ooit begon als een “klein kasteel”, werd het fundament van een trotse natie. Zo laat Luxemburg zien dat zelfs de kleinste plaatsen grootse verhalen kunnen voortbrengen.